WAT WE DOEN MET GRENZEN – ZORG ERVOOR DAT OOK DEZE KINDEREN, KINDEREN MOGEN EN KUNNEN BLIJVEN

UNICEF en de Verenigde Naties hebben op 20 november 1989 een verdrag aangenomen waarin de basisrechten van alle kinderen ter wereld zijn vastgelegd. Inmiddels is het verdrag door 191 van de 193 landen op de wereld ondertekend. De landen verplichten zich hiermee tot het beschermen van de rechten van kinderen in hun land. Elk jaar wordt dit op 20 november gevierd met de Internationale dag van de rechten van het kind.

Als de mensheid iets gemeenschappelijk heeft, dan zijn dat kinderen. Iedereen is kind geweest, kinderen worden geboren en kinderen zijn de toekomst. En of je nou in God, Allah, Darwin, Boeddha of Jahweh gelooft; kinderen zijn heilig. En toch kunnen we als internationale gemeenschap geen vuist maken tegen kinderarbeid, armoe, gebrekkig of geen onderwijs, kindslaven of kindermoord. Nooit eerder werden zoveel kinderen geconfronteerd met geweld, angst, honger en ziekte. Nooit eerder moesten zoveel kinderen zien te overleven in noodsituaties. “De wereld staat in brand maar kinderen hebben hem niet aangestoken”, zoals Unicef pleit.

Ieder kind heeft rechten. Deze zijn vastgelegd in mensen- en kinderrechtenverdragen en in nationale wetgeving. De belangrijkste rechten zijn: het recht op onderwijs, het recht op eigen geloof en cultuur, het recht op een naam en een nationaliteit, het recht op een eigen mening, het recht op een veilig en gezond leven, het recht op bescherming tegen kinderarbeid, het recht op bescherming tegen mishandeling en geweld, het recht op bescherming bij een oorlog, het recht op spelen, het recht op goede gezondheidszorg en het recht om op te groeien bij familie.

Het verdrag legt de verantwoordelijkheid voor de kinderen bij de ouders. Maar voegt daaraan meteen toe dat de overheid ouders moet helpen bij hun opvoedingstaak. Het geeft kinderen recht op een gezond leven en op behandeling van ziekte en voorzieningen die leiden tot het herstel van de psychische en lichamelijke gezondheid. Dat geldt dus ook voor asielzoekerskinderen.

In Nederland leven ongeveer 7000 kinderen in de asielopvang, dat is een kwart van alle AZC-bewoners. Het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) regelt de toegang tot jeugdhulp voor kinderen die door hen opgevangen worden in asielopvangcentra. Maar ook een veilige plek om te leven, te leren en te spelen. Zodat de kinderen een zo ‘normaal’ mogelijk leven kunnen leiden. De opvanglocaties hebben speeltuinen voor kinderen en er zijn regelmatig activiteiten voor kinderen.

Maar wat is normaal? Je komt als kind, gevlucht voor ellende, aan in een nieuw, vreemd land. Ver van huis, je mist je vriendjes en vriendinnetjes, familie, opa’s en oma’s. Je spreekt de taal niet. Je bent onzeker over je toekomst en je hebt op jonge leeftijd al veel meegemaakt. Maar je moet ook gewoon kind kunnen zijn.

Je begon net te wennen aan je schakelklas, je vriendjes in de opvang en de omgeving. Maar dan moet je weer verhuizen. Naar een andere locatie. Bijvoorbeeld omdat de opvanglocatie moet sluiten. Uit een onderzoek uit 2018 blijkt dat dat veel impact op kinderen heeft. En dat hiermee zelfs de kinderrechten wordt geschonden. Hier in Nederland.

Als we enkele conclusies uit dat onderzoek erbij pakken, dan kunnen we concluderen dat de kinderrechten in Nederland nog lang niet voor alle kinderen gelden.

-In de gezinslocaties voor uitgeprocedeerde asielzoekers voelt één op de drie kinderen zich onveilig. In de azc’s is dat één op de tien.

-Ongeveer de helft geeft aan te weinig privacy te hebben.

-Hoewel schoolgaande kinderen in de asielopvang van de politiek niet meer hoeven te verhuizen zolang hun procedure loopt, gebeurt dit in de praktijk nog wel vaak.

-45 procent van de bewoners is niet tevreden over de aangeboden gezondheidszorg, al is op elke locatie een gezondheidscentrum en een huisarts. Bewoners voelen zich niet serieus genomen, krijgen te vaak advies een paracetamol te slikken.

-99 procent van de kinderen gaat naar school. De overgang van de internationale schakelklas naar het regulier onderwijs gaat vaak moeilijk.

Natuurlijk, het veilige Nederland is niet te vergelijken met waar de kinderen vandaan zijn gevlucht. Maar we hebben nog een lange weg te gaan, eer we kunnen zeggen dat ook de asielzoekerskinderen, echt kind kunnen zijn. Dus, COA, overheid, jeugdhulp en alle andere instanties; hup, mouwen opstropen, aan de slag en blijf die kinderrechten in het vizier houden. En zorg ervoor dat ook deze kinderen, kinderen mogen en kunnen blijven.

Fijne dag van de rechten van het kind!

Blijf op de hoogte Inschrijven nieuwsbrief