Het was oktober 1988. Ik was een straatjoch van 15 uit Rotterdam Zuid. Op TV werd het slotconcert uitgezonden van de Amnesty International Human Rights Now Tour, met o.a. Sting, Peter Gabriel, Bruce Springsteen, Youssou n’Dour en Tracy Chapman. Het legendarische concert in het River Plate Stadium, Buenos Aires in Argentinië, waarbij 70.000 mensen live (en miljoenen voor de buis) getuige waren van het kippenvelmoment toen de Dwaze Moeders (een organisatie van moeders van slachtoffers van verdwijningen onder het Argentijnse militaire bewind) het podium betraden. Ik kan me nog herinneren dat ik naar het concert keek en dat ik iets voelde. Het is moeilijk te beschrijven wat precies; alsof ik het licht zag en tegelijkertijd door de bliksem geraakt werd. Een bliksemschicht, ondergedompeld in drang naar vrijheid, vrede en rechtvaardigheid.
Vooral het nummer Chimes of freedom (Bob Dylan), met veel passie gezongen door The Boss en friends, raakte mij. “Flashing for the warriors whose strength is not to fight, Flashing for the refugees on the unarmed road of flight, An’ for each an’ ev’ry underdog soldier in the night, An’ we gazed upon the chimes of freedom flashing.” Het was de aanleiding dat ik een onmetelijke interesse kreeg voor vrijheid en mensenrechten. Ik werd lid en schreef bijvoorbeeld een tijd lang brieven naar politieke gevangenen in verschillende landen. Soms kreeg ik een brief terug. Dan stond er in het Engels of Spaans “Dank je wel. Het deed mij goed.”
Het concert bleek een inspiratie om op te staan voor mensenrechten en vrijheid. Het was ook de reden dat ik muziek ging spelen, want ik wilde ook wel voor 70.000 mensen een show weggeven, maar dat is een ander verhaal.
Soms vraag ik me af wat er van mij geworden zou zijn, als ik die avond niet naar dat prachtige concert had gekeken, maar op het plein aan het voetballen was, of met vrienden in het buurthuis rondhing. Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat dit zo een moment is, wat je daarna nooit meer vergeet. Een moment dat de rest van je leven voor een deel je manier van denken blijft beïnvloeden. Want het klokkenspel bleef nog best lang na dreunen. Maar op een gegeven moment waren ze voor mij alleen nog ergens in de verte te horen. Ik ging me met andere zaken bezighouden.
Toen in 2012 veel Syriërs die vreselijke oorlog moesten ontvluchtten, werd ik weer wakker. Het ging me aan het hart en het deed pijn. Ik keek om me heen en zag dat ook andere delen van de wereld in brand stonden.
Nu we een paar maanden bezig zijn met de voorbereidingen voor ‘Hoe ik talent voor het leven kreeg’, en ik de spelersgroepen langzaam aan leer kennen, begint het klokkenspel der vrijheid mijn trommelvliezen weer zinloos geweld aan te doen. De impact, het besef, én de drang om weer iets te betekenen voor vrijheid en mensenrechten, komt niet alleen door de gesprekken die ik met vluchtelingen heb, waarbij ze openhartig en emotioneel hun ervaringen vertellen. Je ziet het ook in de ogen. Wat ze hebben meegemaakt in eigen land, de erbarmelijke reis naar Europa en de ervaringen in een opvangcentrum. De ogen verraden een hoop. Maar ze tonen ook een beetje hoop. Op een beter leven, zonder ellende. Op een leven zonder oorlog en zonder te hoeven vluchten. Hoop op vrijheid.
Het gevoel wat ik toen bij dat concert had, is weer terug. Gelukkig maar.
Voor de liefhebbers: Hier dat moment.
Foto: Mohammad Alzoabi